De trainees van het Nationaal Water- en Bodemtraineeship voeren al ruim 7 jaar projecten uit bij deelnemende organisaties. Deze projecten zijn actuele vraagstukken, waardoor de uitkomsten zeer relevant zijn voor de organisaties. Nu er ruim 60 projecten zijn gedaan, is een evaluatie van het geheel gehouden. Centraal in deze evaluatie staat het groepsproces. Wat zorgt ervoor dat deze projecten en het proces succesvol zijn? Wat is er met de resultaten gedaan en is er een vervolg op de projecten gekomen? Om deze vragen te beantwoorden zijn interviews met projectleiders en opdrachtgevers gehouden.
In het kort
De projecten zijn zeer positief beoordeeld. In de interviews is gevraagd hoe succesvol de projectleiders en opdrachtgevers de projectteams vonden op een schaal van 1 tot 10. Gedurende het traineeship neemt iedere trainee één keer de rol van projectleider op zich. Naar alle tevredenheid is hier een gemiddelde van een 8.2 uitgekomen. De afzonderlijke scores liggen tussen de 7 en de 10.
Succesfactoren
Uit de interviews komt naar voren dat de meeste projectleden zeer gemotiveerd waren. Dit is dan ook meteen een belangrijke succesfactor voor de projecten. De diversiteit van de groepsleden op het gebied van persoonlijkheid, kleurprofiel en achtergrond hebben een positief effect op het groepsproces en het resultaat. De projecten worden hierdoor vanuit meerdere invalshoeken (door zowel achtergrond als persoonlijkheid) benaderd. Het is daarbij van belang dat de groepsleden functioneren in hun kracht waardoor ze hun kwaliteiten kunnen benutten.
Een duidelijk doel en opdracht helpen mee aan een goed en vlot verloop van het project. Daarnaast draagt een goede voorbereiding van het project en de Project Start Up (PSU) bij aan een vliegende start. Scherpe vragen ter verheldering en afbakening van het project kunnen dan worden gesteld op de PSU aan de opdrachtgever van het project.
Tijdens de projecten wordt actief en bewust stilgestaan bij het evalueren van het proces en het feedback geven aan elkaar. Het groepsproces wordt dus uitvoerig besproken, waardoor geleerd kan worden van het proces. Door feedback aan elkaar te geven leren trainees beter hun kwaliteiten in te zetten en met hun valkuilen om te gaan. Dit geldt ook voor de rol van de projectleider. Op deze manier leren zij om beter samen te werken en zorgen zij dat onderlinge irritaties uitblijven of worden besproken. Dit is waardevol voor het proces en heeft een positieve invloed op het eindresultaat.
Het proces kan het beste op een open manier worden ingestoken. Om dit vorm te kunnen geven moet er onderling vertrouwen zijn. In de meeste gevallen was het onderlinge vertrouwen hoog. Indien mensen in dezelfde NWT groep zaten en elkaar al kenden droeg dit positief bij aan het onderlinge vertrouwen.
De frisse blik van de projectgroep is een belangrijke succesfactor en de meerwaarde van een groep trainees die zowel projectleiders als opdrachtgevers benoemen. Zij hebben namelijk een open mind en durven over grenzen heen te kijken Trainees zijn vaak enthousiast, bevlogen en durven buiten de gebaande paden te treden.
Vervolg projecten
Uit de interviews is een gevarieerd beeld gekomen over wat er is gebeurd met de projecten. De doelen van de projecten liepen uiteen, waardoor met het vervolg van de projecten anders is omgegaan. De doelen waren o.a.: het creëren van draagvlak of een momentum, aandacht voor een bepaalde zaak, zoals waterbewustzijn, opwekken, een discussie starten, uitzoeken hoe bepaalde processen werken of hoe ze geïmplementeerd kunnen worden of het geven van een advies.
Het vervolg van de projecten is in sommige gevallen door de trainee zelf opgepakt en in andere gevallen door een collega. Het kan zijn dat het project een onderdeel was van een groter project. Het resultaat van het traineeproject was dan een deelresultaat van het grotere project en diende als input voor een volgende stap in het proces. Dit was het geval bij het project Het ontwikkelen van polders in de Senegal Delta (Royal Haskoning DHV). De resultaten van dit project hebben gediend als input voor een groter project. Op dit moment worden 30 polders gebouwd met de gebruikte input.
Er zijn ook projecten die in de lade zijn beland. De redenen waarom de projecten geen vervolg hebben gehad zijn verschillend. Er is echter wel altijd een verklaring voor, bijvoorbeeld dat de tijd er op dat moment niet rijp voor was. Zoals het geval was bij het project Assetmanagement (GMB Civiel). De eerste paar maanden na de afloop van het traineeproject is er tijd ingestoken om verder te gaan met het project en assetmanagement te implementeren. Dit bleek echter te risicovol, omdat het niet goed ging in de bouw en nieuwe dingen altijd risico's met zich meebrengen. Dit betekent echter niet dat deze projecten niet nuttig waren. De inzichten uit de projecten zijn namelijk zeer waardevol voor de organisaties geweest. De projectleiders zijn ervan overtuigd dat indien het onderwerp weer ter sprake komt de resultaten weer uit de lade worden gehaald.
Tot slot
De trainees leren veel van de projecten. Zij maken kennis met verschillende organisaties, kijken daarmee naast hun eigen werkplek over organisatiegrenzen heen en leren inhoudelijk over het betreffende onderwerp. Daarnaast leren zij veel van en over het groepsproces. De meerwaarde van de groep trainees voor de deelnemende organisatie zit hem met name in de frisse blik die zij hebben en de energie waarmee zij aan de slag gaan.
Door: Esther Verheijen.